Europese bescherming

Afbeelding
Icoon Dieren en Planten
De Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn geven aan welke planten- en diersoorten en welke natuurtypes extra beschermd moeten worden door de lidstaten van de EU. Ook Vlaanderen telt heel wat speciale beschermingszones (SBZ’s) waarin strengere regels gelden. De SBZ’s maken deel uit van het Europese Natura 2000-netwerk.

Vogel- en Habitatrichtlijn

De Europese Vogelrichtlijn werd opgesteld in 1979 en heeft als doel om alle in het wild levende vogelsoorten in Europa in stand te houden. Ze beschermt zowel de vogels als hun eieren, hun nesten én hun leefgebied. De Vogelrichtlijn bevat een lijst van 187 zeldzame en/of bedreigde vogelsoorten. Voor die soorten moeten de lidstaten speciale beschermingszones aanwijzen. Ook belangrijke overwinteringsgebieden van trekvogels kunnen deel uitmaken van een speciale beschermingszone. Voor alle Vogelrichtlijnsoorten die regelmatig in Vlaanderen broeden zijn natuurdoelen opgesteld. Die zijn vastgelegd in het Natuurdecreet.

De Habitatrichtlijn dateert van 1992 en stelt de bescherming van natuurlijke en half-natuurlijke leefgebieden of habitats centraal. De richtlijn beschermt 500 plantensoorten, 200 diersoorten (geen vogels, omdat die in de Vogelrichtlijn staan) en 198 habitats. Ook voor de Habitatrichtlijn moeten speciale beschermingszones worden aangewezen.

Alle speciale beschermingszones die kaderen in de Vogelrichtlijn en/of de Habitatrichtlijn vormen samen het Natura 2000-netwerk.
 

Natura 2000-netwerk

De biodiversiteit in Europa gaat al decennia achteruit. Veel Europese regeringen doen dan ook inspanningen om de fauna en flora in hun land te beschermen. In 2001 werd beslist om die bescherming ook in Europees verband aan te pakken. Dat gebeurt via het Natura 2000-netwerk, een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de EU-lidstaten. Het Natura 2000-netwerk omvat alle gebieden die beschermd zijn op grond van de Vogelrichtlijn van 1979 en de Habitatrichtlijn van 1992. Het netwerk is nog in opbouw: enkele lidstaten moeten hun speciale beschermingszones (SBZ’s) nog definitief aanwijzen.