Bermbeheerplan

Afbeelding
Icoon natuurbeheerplannen
Voor een bermbeheerplan op zich is er geen wettelijke basis. Eigenlijk is een bermbeheerplan een aanvraag om af te wijken van het Bermbesluit. Het Bermbesluit is van toepassing op bermen gelegen langs wegen, waterlopen en spoorwegen voor zover zij beheerd worden door publiekrechtelijke rechtspersonen. Dit besluit is niet gewijzigd door de nieuwe regelgeving rond natuurbeheerplannen en is dus nog altijd geldig.
Het Bermbesluit bepaalt dat bermen niet vóór 15 juni gemaaid mogen worden. Een eventuele tweede maaibeurt mag slechts uitgevoerd worden na 15 september. Het maaisel moet verwijderd worden binnen de tien dagen na het maaien. Een afwijking van het Bermbesluit wordt vooral gevraagd om af te wijken van deze maaidata.

Daarnaast werd in het bermbeheerplan soms een afwijking gevraagd op het verbod op het gebruik van pesticiden, bv. voor de bestrijding van invasieve exoten.  Het oorspronkelijke artikel 2 over pesticidengebruik is echter geschrapt uit het Bermbesluit via het BVR van 15 maart 2013. Voor afwijkingen op het verbod op pesticiden is de Vlaamse Milieumaatschappij nu bevoegd.

Vroeger zijn er via de ‘Samenwerkingsovereenkomst Natuur’ subsidies verleend voor het opstellen van bermbeheerplannen. Het bermbeheerplan had dan de bedoeling om voor bepaalde waardevolle en te beschermen vegetaties in bermen via aangepaste maaidata tot een betere natuurkwaliteit te komen. Die subsidie (‘Samenwerkingsovereenkomst Natuur’) bestaat niet meer.

De goedgekeurde nog lopende bermbeheerplannen blijven geldig tot de datum vermeld in het goedkeuringsbesluit. Hierna moet opnieuw een afwijking op het Bermbesluit aangevraagd worden.  Deze wordt gegeven via een besluit van de adjunct-directeur AVES, voor een periode van 6 jaar.

Eerder uitzonderlijk kan het gaan om bermen die zich over een aanzienlijke oppervlakte uitstrekken (zowel in breedte als in lengte) en hogere ecologische potenties hebben. In die gevallen kan het een optie zijn om een natuurbeheerplan (type twee) op te maken voor de bermen, rekening houdend met de regelgeving rond natuurbeheerplannen.


Hoe maak ik een Bermbeheerplan op?

Aangezien met een Bermbeheerplan een afwijking op de vastgelegde maaidata wordt aangevraagd, moet een Bermbeheerplan een ecologische motivering bevatten waarom de betreffende bermen een vervroegde eerste en/of tweede maaibeurt zouden moeten krijgen. In principe moeten de bermen die gemaaid worden volgens de vastgelegde maaidata dus niet opgenomen worden in het Bermbeheerplan.

Hier moet ook een plan bijgevoegd worden, met daarop een aanduiding van de betreffende bermen. De ecologische onderbouwing is uiteraard gebaseerd op een inventarisatie van de vegetaties in deze bermen. Richtlijnen hieromtrent vind je in volgend INBO-rapport. 

Voor het (vervroegd) maaien van veiligheidsstroken langs wegranden i.f.v. het vrijhouden van verkeers- en signalisatieborden is geen afwijking noodzakelijk.