Rechten en vergoeding

Afbeelding
Icoon Natuur wijzigen
Gebruikers en eigenaars met gronden in het VEN hebben niet alleen plichten. Ze hebben ook een aantal rechten.

Woon- of bedrijfsperceel

De algemene beschermingsvoorschriften zijn niet van toepassing op het woon- of bedrijfsperceel van legale woningen of bedrijven. Voor woningen of bedrijven in of in de onmiddellijke nabijheid van een VEN-gebied verandert er dus niets.

Een woonperceel is de woning met de omringende tuin.

Een bedrijfsperceel bestaat uit de terreinen die behoren bij de bedrijfsgebouwen en daarmee een ononderbroken ruimtelijk geheel vormen (alles binnen een straal van 50 m rond de vergunde bedrijfsgebouwen). Dit omvat de gebouwen met de bedrijfsactiviteiten, de bijhorende loodsen, opslagruimten en de parkeerruimten. Graasweides, akkers, ontginningen, schuilhokken en dergelijke horen daar niet bij.

Wat vergunde, hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woningen en bedrijven zijn, wordt bepaald door de regels van de ruimtelijke ordening.
 

Vrijstelling successierechten en onroerende voorheffing

De afbakening van het VEN heeft voor sommige eigenaars economische gevolgen. De Vlaamse overheid stelt daar financiële compensaties tegenover. Zo zijn eigenaars van onbebouwde gronden in het VEN vrijgesteld van de successierechten en van het Vlaamse deel van de onroerende voorheffing voor onbebouwde percelen. 

Let op, door het Decreet van 22 december 2017 betreffende de fiscale gunstmaatregelen die verbonden zijn aan natuurbeheerplannen worden deze fiscale compensaties opgeheven vanaf 9 juni 2020. Dit fiscaal voordeel wordt vervangen door een nieuwe regeling met fiscale voordelen voor terreinen beheerd ten behoeve van het natuurbehoud, waarvoor een natuurbeheerplan is opgesteld of zal opgesteld worden.

Koopplicht in het VEN

Als eigenaars van onroerende goederen, zoals bossen en graslanden, de gevolgen van het VEN te zwaar vinden, dan kunnen zij de overheid verplichten om hun gronden en gebouwen op te kopen. Die koopplicht geldt in een aantal gevallen.

Eigenaars in het VEN kunnen eisen dat het Vlaams Gewest hun onroerend goed verwerft (koopplicht) als de aanduiding als onderdeel van het VEN de waarde ervan ernstig vermindert of de bedrijfsvoering ernstig in het gedrang brengt. Dit betekent concreet dat door de aanduiding als VEN:
  • Ofwel de waarde van het goed daalt met meer dan 20%
  • Ofwel de bedrijfsvoering door de aanwijzing als VEN ernstig in het gedrang komt
  • Ofwel meer dan 20% van de landbouwgronden, die in gebruik zijn door een landbouwer in hoofdberoep, in het VEN ligt
     
De aanvraag moet binnen de periode van twee jaar na de definitieve afbakening als VEN of binnen twee jaar na de goedkeuring van een natuurrichtplan worden aangevraagd.

Het aanvraagdossier moet aangetekend worden ingediend bij de Vlaamse Grondenbank en bevat volgende stukken:
  1. De hypothecaire staat of een bewijs van eigendom van het registratiekantoor waaruit blijkt dat de eiser eigenaar is van het onroerend goed waarvan de aankoop wordt geëist
  2. Een door de eiser ondertekende situatietekening op een kopie van het stratenplan met vermelding van de straatnaam of de gangbare plaatsnaam en een plan met de kadastrale gegevens, waaruit blijkt voor welke onroerende goederen de gedwongen aankoop wordt geëist
  3. De nodige bewijsstukken die aantonen dat door de aanduiding van het onroerend goed als VEN de waarde van het onroerend goed met meer dan 20% is verminderd of dat de bedrijfsvoering van het landbouwbedrijf ernstig in het gedrang is gekomen of dat meer dan 20% van de gronden die de eiser gebruikt, gelegen zijn in VEN
  4. Een verklaring op eer dat sinds het ogenblik van de eis tot aankoop door het Vlaams Gewest van het betreffend onroerend goed geen enkele vergoeding werd aangevraagd of verkregen voor de verhoging van het waterpeil zo dit wel het geval is, de datum van de aanvraag, de naam, het adres van de instantie bij wie de vergoeding aangevraagd of verkregen werd
     
Binnen de 14 dagen na ontvangst van het aanvraagdossier zal de Vlaamse Grondenbank laten weten of de aanvraag volledig is. De Vlaamse Grondenbank onderzoekt binnen zes maanden vanaf deze kennisgeving of tot de gedwongen aankoop wordt overgegaan.

Als deze beslissing positief is, bepaalt de Vlaamse Grondenbank binnen vier maanden de aankoopprijs. Zij doet dat overeenkomstig de vergoedingsregels die gelden voor onteigeningen ten algemene nutte en zonder rekening te houden met waardevermindering door de aanduiding van het onroerend goed als VEN.

Bij betwisting over de prijs kan door de eigenaar een vordering worden ingediend bij de bevoegde rechtbank.
 

Andere rechten en vergoedingen

Voor zachte recreatie zijn er in de VEN-gebieden geen bijkomende beperkingen. Wandelaars, fietsers, ruiters... zijn er meer dan welkom. Uiteraard wordt van hen verwacht dat ze rekening houden met de bestaande wettelijke regels en zorg dragen voor de natuur. De eigenaar is vrij om zijn terreinen al dan niet open te stellen.

Iedereen kan bij Natuur en Bos een verzoek indienen tot het sluiten van een natuurprojectovereenkomst om het natuurrichtplan mee te helpen uitvoeren. Tot 90% van de kosten kunnen vergoed worden. Voor de gemeente of provincie bedraagt de maximale bijdrage 50% van de onkosten.

Een waardeverlies door de maatregelen uit het natuurrichtplan tot verhoging van het waterpeil worden vergoed tot 80% van de waardevermindering.