
Om de visbestanden in Vlaanderen te beschermen mag u slechts een beperkt aantal vissen van bepaalde soorten mee naar huis nemen. Voor een aantal soorten gelden ook minimummaten of een maximummaat. In de Zwalm en IJse is er een volledige terugzetverplichting.
Meeneembeperking
Hebt u een vis gevangen in een Vlaams viswater, dan mag u die niet ter plaatse consumeren. Het is ook niet toegelaten om een leefnet te gebruiken in het belang van een efficiënte handhaving van de meeneemregels over vissen! Vissen vervoeren, als aasvis gebruiken of tijdens het hengelen bijhouden mag onder bepaalde voorwaarden.
Vissen > 15 centimeter
Als visser mag u maximaal 5 dode vissen groter dan 15 cm vervoeren en tijdens het hengelen in bezit houden. U mag dus maximaal 5 exemplaren groter dan 15 cm mee naar huis nemen. Voor paling en snoekbaars is het aantal beperkt tot maximaal 3 stuks. Hebt u bijvoorbeeld al 3 snoekbaarzen en 1 blankvoorn gevangen, dan mag u nog maximaal 1 paling in bezit houden. Let op: u mag enkel dode vissen bijhouden en vervoeren. Alleen paling mag u wel levend in bezit houden en vervoeren.
Aasvissen ≤ 15 centimeter
Als visser mag u maximaal 20 kleine aasvissen (kleiner of gelijk aan 15 centimeter) vervoeren en tijdens het hengelen in bezit houden. Maximaal 5 van die vissen mogen nog leven, de andere aasvissen moeten dood zijn.
Verboden perioden
Tijdens de paaiperiode (van 16 april tot en met 31 mei) en tijdens de nachtvisserij moet u alle gevangen vissen weer vrijlaten. Vissen tijdens het hengelen in bezit houden of vervoeren is dan volledig verboden.
Toegelaten vissoorten, minimummaten en maximummaten
In Vlaanderen mag u maar 10 verschillende vissoorten vervoeren, als aasvis gebruiken, tijdens het hengelen in uw bezit houden of meenemen naar huis. Concreet gaat het om baars, beekforel, blankvoorn, brasem, kolblei of blei, paling, rietvoorn, riviergrondel, snoekbaars en winde.
Elke andere vissoort die u vangt (bijvoorbeeld karper, snoek, … ), moet u meteen na de vangst voorzichtig weer vrijlaten in het water waar u hem gevangen hebt. Dat geldt zeker voor beschermde soorten.
Afbeelding
![]() baars | Afbeelding
![]() beekforel | Afbeelding
![]() blankvoorn |
Afbeelding
![]() brasem | Afbeelding
![]() kolblei of blei | Afbeelding
![]() paling |
Afbeelding
![]() rietvoorn | Afbeelding
![]() riviergrondel | Afbeelding
![]() snoekbaars |
Afbeelding
![]() winde | © vildaphoto.net |
Vissen die kleiner zijn dan de minimummaat of groter dan de maximummaat, moet u onmiddellijk en voorzichtig weer vrijlaten in het water waar u ze gevangen hebt:
- Beekforel en paling: minimummaat 30 centimeter
- Snoekbaars: minimummaat 45 centimeter en maximummaat 70 centimeter
- Voor zeevissoorten gevangen in de binnenwateren gelden dezelfde minimummaten als in de zeevisserij
De lengte wordt gemeten van de punt van de bek tot het uiteinde van de staartvin. U kunt tijdens het vissen best altijd een meetlatje op zak hebben.
Terugzetverplichting Zwalm en IJse
In de waterlopen Zwalm en IJse komen nog populaties voor van enkele zeldzame vissoorten waarvoor herstelmaatregelen worden uitgevoerd. Daarom mag u er geen vissen meenemen.
In de Zwalm (Oost-Vlaanderen) en de IJse (Vlaams-Brabant) en hun zijwaterlopen is vissen alleen toegelaten met een volledige terugzetverplichting. Elke vis die u vangt, moet u onmiddellijk en voorzichtig weer vrijlaten in het water waar u hem gevangen hebt. Ook aasvissen gebruiken en tijdens het hengelen in bezit houden is niet toegelaten. De maatregelen zijn bedoeld om de populaties van enkele kwetsbare vissoorten te beschermen.