Vissen met aasvissen

Afbeelding
Icoon Vissen

Aasvissen worden door sommige vissers gebruikt om andere vissoorten zoals roofvissen te vangen. Het ge-bruik van aasvissen is aan enkele regels onderworpen.

Toegelaten vissoorten als aasvis

In Vlaanderen mag u maar 10 verschillende zoetwatervissoorten vervoeren, tijdens het hengelen in uw bezit houden of gebruiken als aasvis. Rekening houdend met de minimummaten en de vissoorten die regelmatig gebruikt worden als aasvis kan u in de praktijk de volgende vissoorten gebruiken als aasvis: baars, blankvoorn, brasem, kolblei of blei, rietvoorn, riviergrondel en winde.

Het gebruik van niet-inheemse invasieve soorten als aasvis, zoals bijvoorbeeld zwartbekgrondel, is niet toegelaten omwille van het risico van verspreiding van deze soorten door hengelaars naar wateren waar ze nog niet voorkomen.
 

Aantal aasvissen en afmetingen

Een visser mag maximaal 20 aasvissen kleiner dan of gelijk aan 15 cm vervoeren en tijdens het hengelen in bezit houden. Het betreft maximaal 5 levende aasvissen, de overige aasvissen moeten dood zijn. Levende aasvissen kunt u in een emmer of recipiënt met water bewaren. Een leefnet is niet toegelaten.

Sommige vissers gebruiken ook grotere vissen als aasvis, bijvoorbeeld om op meerval te vissen. Volgens de regels over de meeneembeperkingen mag een visser maximaal 5 dode vissen groter dan 15 cm vervoeren en tijdens het hengelen in bezit houden. Een visser mag dus ook 5 dode vissen, groter dan 15 cm, van de volgende vissoorten gebruiken als aasvis: baars, blankvoorn, brasem, kolblei of blei, rietvoorn, riviergrondel en winde.
 

Wanneer mag u niet vissen met aasvissen?

Vissen met aasvissen is verboden tijdens de paaitijd, van 16 april tot en met 31 mei.

Ook tijdens het nachtvissen, van twee uur na zonsondergang tot twee uur voor zonsopgang, mag u geen aasvissen gebruiken.
 

Zeevissoorten als aasvis

Voor zeevissoorten gelden in de binnenwateren specifieke regels. U mag ook zeevissoorten zoals bijvoorbeeld makreel of haring als aasvis gebruiken. Zeebaars of paling mag u nooit gebruiken als aasvis. Er zijn geen beperkingen op het aantal of de lengte van zeevissen die u als aasvis in bezit mag houden of vervoeren. In de paaitijd, van 16 april tot en met 31 mei, en tijdens de nachtvisserij, van twee uur na zonsondergang tot twee uur voor zonsopgang, mag u geen gebruik maken van aasvissen en dus ook geen zeevissoorten gebruiken als aasvis.